Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vies in het Nederlands

vies:

vies bijvoeglijk naamwoord

  1. vies
    smerig; vies; met vuil bemorst; vuil; morsig
  2. vies
    walgelijk; weerzinwekkend; vies; ranzig; goor; onverkwikkelijk; smerig; stuitend
  3. vies
    obsceen; vunzig; zedeloos; schuin; vies
  4. vies
    slordig; viezig; vuil; smerig; voddig; vies; morsig; ranzig; vunzig; slonzig
  5. vies
    – met stof of modder of iets anders besmeurd 1
    vies; vuil
    – met stof of modder of iets anders besmeurd 1
    • vies bijvoeglijk naamwoord
      • de badkamer is erg vies1
    • vuil bijvoeglijk naamwoord
      • je nieuwe broek is helemaal vuil1
  6. vies
    – met een onaangename smaak 1
    vies
    – met een onaangename smaak 1
    • vies bijvoeglijk naamwoord
      • deze koffie smaakt vies1
  7. vies
    – wat weerzin uitdrukt of oproept 1
    vies
    – wat weerzin uitdrukt of oproept 1
    • vies bijvoeglijk naamwoord
      • hij trok een vies gezicht1

Verwante woorden van "vies":


Alternatieve synoniemen voor "vies":


Antoniemen van "vies":


Verwante definities voor "vies":

  1. met stof of modder of iets anders besmeurd1
    • de badkamer is erg vies1
  2. met een onaangename smaak1
    • deze koffie smaakt vies1
  3. wat weerzin uitdrukt of oproept1
    • hij trok een vies gezicht1

Verwante synoniemen voor vies