Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vracht:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vracht in het Nederlands

vracht:

vracht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vracht
    de vracht; de lading; de belading; de last
    • vracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lading [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • belading [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • last [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de vracht
    de cargo; de lading; de vracht
    • cargo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lading [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vracht [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de vracht
    de bevrachting; de vracht
  4. de vracht
    de vracht
    • vracht [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. de vracht
    – waar je een vervoermiddel mee volstopt of belast 1
    de last; de lading; de vracht
    – waar je een vervoermiddel mee volstopt of belast 1
    • last [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de wagen moest een zware last vervoeren1
    • lading [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • er ging een lading grind in de vrachtwagen1
    • vracht [de ~] zelfstandig naamwoord
      • er werd een vracht hout gebracht1

Verwante woorden van "vracht":


Alternatieve synoniemen voor "vracht":


Verwante definities voor "vracht":

  1. waar je een vervoermiddel mee volstopt of belast1
    • er werd een vracht hout gebracht1