Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vrijuit in het Nederlands

vrijuit:

vrijuit bijwoord

  1. vrijuit
    oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; openhartig; vrijelijk; vrijuit
  2. vrijuit
    ongestoord; ongehinderd; vrijuit; onverstoord; ongemoeid