Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanmaning:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanmaning (Nederlands) in het Zweeds

aanmaning:

aanmaning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanmaning (herinnering; aansporing tot plicht)
    påminnelse; eftermaning
  2. de aanmaning (dringend verzoek)
    trägen bön
  3. de aanmaning

Vertaal Matrix voor aanmaning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eftermaning aanmaning; aansporing tot plicht; herinnering
påminnelse aanmaning; aansporing tot plicht; herinnering herinnering; maning; memorandum
trägen bön aanmaning; dringend verzoek
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kravbrev aanmaning

Wiktionary: aanmaning


Cross Translation:
FromToVia
aanmaning påminnelse; påminnelsebrev Mahnung — bestimmte und eindeutige Aufforderung eines Gläubigers an einen Schuldner, eine ausstehende Forderung zu begleichen
aanmaning påminnelse; maning; uppmaning; erinran Mahnung — Erinnerung an etwas und gleichzeitig eine Aufforderung, etwas zu tun
aanmaning kravbrev Zahlungserinnerung — bestimmte und eindeutige Aufforderung eines Gläubigers an einen Schuldner, eine geschuldete Leistung zu erbringen
aanmaning maning avertissementavis qu’on donne à quelqu’un de quelque chose, afin qu’il y prendre garde.
aanmaning maning; råd conseil — Traductions à trier suivant le sens
aanmaning maning réprimandeblâme formuler.
aanmaning maning sommationaction de sommer, de mettre en demeure.