Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. elkaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor elkaar (Nederlands) in het Zweeds

elkaar:

elkaar

  1. elkaar (mekaar)

elkaar bijvoeglijk naamwoord

  1. elkaar (mekaar)
    med varandra

Vertaal Matrix voor elkaar:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
varandra elkaar; elkander; mekaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
med varandra elkaar; mekaar bij elkaar; bijeen; samen; tezamen

Verwante definities voor "elkaar":

  1. wederzijds hetzelfde doen1
    • ze schreven elkaar een lange brief1

Wiktionary: elkaar


Cross Translation:
FromToVia
elkaar varandra each other — to one another; one to the other
elkaar stapla nest — to successively place inside another

Verwante vertalingen van elkaar