Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. raden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor raden (Nederlands) in het Zweeds

raden:

raden werkwoord (raad, raadt, ried, rieden, geraden)

  1. raden (gissing maken; gissen)
    förmoda; gissa
    • förmoda werkwoord (förmodar, förmodade, förmodat)
    • gissa werkwoord (gissar, gissade, gissat)
  2. raden (iets aanraden; adviseren; suggereren; ingeven)
    föreslå; föreställa
    • föreslå werkwoord (föreslår, föreslog, föreslagit)
    • föreställa werkwoord (föreställer, föreställde, föreställt)

Conjugations for raden:

o.t.t.
  1. raad
  2. raadt
  3. raadt
  4. raden
  5. raden
  6. raden
o.v.t.
  1. ried
  2. ried
  3. ried
  4. rieden
  5. rieden
  6. rieden
v.t.t.
  1. heb geraden
  2. hebt geraden
  3. heeft geraden
  4. hebben geraden
  5. hebben geraden
  6. hebben geraden
v.v.t.
  1. had geraden
  2. had geraden
  3. had geraden
  4. hadden geraden
  5. hadden geraden
  6. hadden geraden
o.t.t.t.
  1. zal raden
  2. zult raden
  3. zal raden
  4. zullen raden
  5. zullen raden
  6. zullen raden
o.v.t.t.
  1. zou raden
  2. zou raden
  3. zou raden
  4. zouden raden
  5. zouden raden
  6. zouden raden
en verder
  1. ben geraden
  2. bent geraden
  3. is geraden
  4. zijn geraden
  5. zijn geraden
  6. zijn geraden
diversen
  1. raad!
  2. raadt!
  3. geraden
  4. radend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor raden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förmoda vermoeden; veronderstelling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föreslå adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanraden; aanvoeren; adviseren; duiden op; een voorstel doen; naar voren brengen; opperen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; van raad dienen; voorleggen; voorslaan; voorstellen; wijzen op
föreställa adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanvoeren; opperen; poneren; te berde brengen
förmoda gissen; gissing maken; raden aannemen; postuleren; uitgaan van; veronderstellen; vooronderstellen
gissa gissen; gissing maken; raden

Wiktionary: raden


Cross Translation:
FromToVia
raden gissning guess — prediction about the outcome of something
raden ; råda conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).
raden gissa devinerprédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.