Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tassen:
  2. tas:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tassen (Nederlands) in het Zweeds

tassen:

tassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tassen (zakken)
    påsar
    • påsar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
påsar tassen; zakken

Verwante woorden van "tassen":


Wiktionary: tassen


Cross Translation:
FromToVia
tassen stapla; samla entassermettre en tas.
tassen församla; samla ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
tassen församla; samla; dra ihop rassemblerassembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.

tas:

tas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tas (tasje; zak)
    liten väska; handväska
  2. de tas (aktetas)
    portfölj

Vertaal Matrix voor tas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handväska tas; tasje; zak damestas; damestasje; handtas; tasje
liten väska tas; tasje; zak
portfölj aktetas; tas aktenmap; aktetassen; portfolio

Verwante woorden van "tas":


Wiktionary: tas


Cross Translation:
FromToVia
tas väska; påse; kasse; säck bag — flexible container
tas mugg beaker — mug
tas box case — piece of luggage that can be used to transport an apparatus
tas kopp cup — vessel for drinking
tas kasse; väska Tasche — tragbares Behältnis mit Griff, Trage- oder Umhängeriemen zum Transport von Gegenständen
tas hop; mängd masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
tas säck sacpoche faite de cuir, de toile ou d’étoffe, ouvrir seulement par le haut et qui servir à mettre toutes sortir de choses.
tas börs; portmonnä sacoche — Sorte de grosse bourse de cuir ordinairement retenir par une courroie et qui se porter au côté ou dans le dos.