Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aankleding:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aankleding (Nederlands) in het Zweeds

aankleding:

aankleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aankleding (inrichting; versiering; decoratie)
    påklädning; dekoration; heminredning
  2. de aankleding (decoratie)
    dekoration

Vertaal Matrix voor aankleding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekoration aankleding; decoratie; inrichting; versiering bordgarneersel; corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; grafisch element; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; smuk; tooi; versiering; versiersel
heminredning aankleding; decoratie; inrichting; versiering woningplattegrond
påklädning aankleding; decoratie; inrichting; versiering

Verwante woorden van "aankleding":

  • aankledingen