Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. adres:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor adres (Nederlands) in het Zweeds

adres:

adres [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het adres (adressering)
    adress
    • adress [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het adres (e-mailadres; internet-e-mailadres)
    adress; e-postadress

Vertaal Matrix voor adres:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adress adres; adressering; e-mailadres; internet-e-mailadres
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
e-postadress adres; e-mailadres; internet-e-mailadres

Verwante woorden van "adres":

  • adressen

Verwante definities voor "adres":

  1. plaats, straat en huisnummer van een persoon of instelling1
    • ik weet waar Jan woont, ik heb zijn adres1

Wiktionary: adres


Cross Translation:
FromToVia
adres adress address — direction for letters
adres adress Adresse — Anschrift, an der man Personen antreffen und an die man Post senden kann
adres adress adresseindication, désignation, soit du destinataire, soit de la destination où il falloir aller ou envoyer.
adres adress suscriptionadresse écrire sur le pli extérieur ou l’enveloppe d’une lettre.

Verwante vertalingen van adres