Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afgrendeling:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgrendeling (Nederlands) in het Zweeds

afgrendeling:

afgrendeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afgrendeling
    gräns; bom; barriär; avspärrning

Vertaal Matrix voor afgrendeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avspärrning afgrendeling afhouden; afsluitboom; afsluiting; barricade; beletten; buitensluiting; slagboom; sluitboom; versperring; weerhouden
barriär afgrendeling afsluitboom; dam; dijk; dranghek; hindernis; hinderpaal; slagboom; sluitboom
bom afgrendeling afsluitboom; dwarsstang; slagboom; sluitboom
gräns afgrendeling begrenzing; beperking; grens; grens van een land; grensovergang; grensscheiding; landgrens; landsgrens; limiet; restrictie; rijksgrens; scheidslijn