Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afhalen en meenemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afhalen en meenemen (Nederlands) in het Zweeds

afhalen en meenemen:

afhalen en meenemen werkwoord

  1. afhalen en meenemen (ophalen; oppikken)
    hämta upp; samla
    • hämta upp werkwoord (hämtar upp, hämtade upp, hämtat upp)
    • samla werkwoord (samlar, samlade, samlat)

Vertaal Matrix voor afhalen en meenemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hämta upp afhalen en meenemen; ophalen; oppikken
samla afhalen en meenemen; ophalen; oppikken afhalen; afnemen; bij elkaar brengen; bijeen scharrelen; bijeenbrengen; bijeenroepen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; concentreren; convoceren; cumuleren; erbij komen; inzamelen; meenemen; oogsten; opeenhopen; ophalen; oppotten; plukken; samenbrengen; samenpakken; samenrapen; samenroepen; samenscholen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen

Verwante vertalingen van afhalen en meenemen