Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bemerken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bemerken (Nederlands) in het Zweeds

bemerken:

bemerken werkwoord (bemerk, bemerkt, bemerkte, bemerkten, bemerkt)

  1. bemerken (bespeuren; zien; voelen; )
    märka; ana; förstå; känna; uppfatta
    • märka werkwoord (märker, märkte, märkt)
    • ana werkwoord (anar, anade, anat)
    • förstå werkwoord (förstår, förstod, förstått)
    • känna werkwoord (känner, kännde, kännt)
    • uppfatta werkwoord (uppfattar, uppfattade, uppfattat)
  2. bemerken (opmerken; waarnemen; signaleren; gewaarworden; merken)
    märka; uppmärksamma; lägga märke till; observera
    • märka werkwoord (märker, märkte, märkt)
    • uppmärksamma werkwoord (uppmärksammar, uppmärksammade, uppmärksammat)
    • lägga märke till werkwoord (lägger märke till, lade märke till, lagt märke till)
    • observera werkwoord (observerar, observerade, observerat)
  3. bemerken (opmerken)
    märka; notera; lägga märke till
    • märka werkwoord (märker, märkte, märkt)
    • notera werkwoord (noterar, noterade, noterat)
    • lägga märke till werkwoord (lägger märke till, lade märke till, lagt märke till)

Conjugations for bemerken:

o.t.t.
  1. bemerk
  2. bemerkt
  3. bemerkt
  4. bemerken
  5. bemerken
  6. bemerken
o.v.t.
  1. bemerkte
  2. bemerkte
  3. bemerkte
  4. bemerkten
  5. bemerkten
  6. bemerkten
v.t.t.
  1. heb bemerkt
  2. hebt bemerkt
  3. heeft bemerkt
  4. hebben bemerkt
  5. hebben bemerkt
  6. hebben bemerkt
v.v.t.
  1. had bemerkt
  2. had bemerkt
  3. had bemerkt
  4. hadden bemerkt
  5. hadden bemerkt
  6. hadden bemerkt
o.t.t.t.
  1. zal bemerken
  2. zult bemerken
  3. zal bemerken
  4. zullen bemerken
  5. zullen bemerken
  6. zullen bemerken
o.v.t.t.
  1. zou bemerken
  2. zou bemerken
  3. zou bemerken
  4. zouden bemerken
  5. zouden bemerken
  6. zouden bemerken
diversen
  1. bemerk!
  2. bemerkt!
  3. bemerkt
  4. bemerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bemerken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
märka aanstrepen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ana bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; voelen; waarnemen; zien tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien
förstå bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; voelen; waarnemen; zien begrijpen; doorzien hebben; inzien; met het verstand vatten; snappen; tolken; verstaan
känna bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; voelen; waarnemen; zien aangrijpen; beleven; betasten; bevoelen; ervaren; gewaarworden; iets voelen; kennen; ondervinden; ontroeren; op de hoogte zijn; voelen; weten
lägga märke till bemerken; gewaarworden; merken; opmerken; signaleren; waarnemen notitie nemen van
märka bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; opmerken; signaleren; voelen; waarnemen; zien etiketteren
notera bemerken; opmerken aanschouwen; bekijken; boeken; boekstaven; kijken; letten op; noteren; notitie nemen van; onderscheiden; ontwaren; opmerken; opschrijven; optekenen; registreren; staren; te boek stellen; turen; vastleggen; zien
observera bemerken; gewaarworden; merken; opmerken; signaleren; waarnemen aankijken; bekijken; gadeslaan; gewaarworden; horen; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; merken; observeren; opletten; signaleren; toekijken; toeschouwen; toezien; voelen; waarnemen; zien
uppfatta bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; voelen; waarnemen; zien
uppmärksamma bemerken; gewaarworden; merken; opmerken; signaleren; waarnemen aanschouwen; bekijken; kijken; notitie nemen van; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; turen; zien

Wiktionary: bemerken


Cross Translation:
FromToVia
bemerken märka; lägga märke till merken — sich einer Sache bewusst werden
bemerken lägga märke till; märka merken — etwas mit den Sinnen wahrnehmen
bemerken märka ut spot — see, pick out, notice or identify
bemerken märka apercevoir — Remarquer une chose qui avait échappé d’abord.