Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. benaderbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor benaderbaar (Nederlands) in het Zweeds

benaderbaar:

benaderbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. benaderbaar (aanspreekbaar; toegankelijk; toeschietelijk; genaakbaar)
    smidig; smidigt; böjligt; eftergiven; eftergivet
  2. benaderbaar (genaakbaar; toegankelijk; open)
    åtkomligt; åtkomlig

Vertaal Matrix voor benaderbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidig aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk buigzaam; flexibel; meegaand; probleemloos; smeuïg; soepel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidigt aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk buigzaam; elastisch; flexibel; gemakkelijk; lenig; meegaand; rekbaar; smeuïg; soepel; veerkrachtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böjligt aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk buigzaam; flexibel; lenig; meegaand; plooibaar; soepel; vouwbaar
eftergiven aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk
eftergivet aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk plooibaar; vouwbaar
åtkomlig benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk
åtkomligt benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk

Verwante woorden van "benaderbaar":

  • benaderbare