Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. betaling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor betaling (Nederlands) in het Zweeds

betaling:

betaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de betaling
    betalning; lön
    • betalning [-en] zelfstandig naamwoord
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de betaling
    betalning

Vertaal Matrix voor betaling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betalning betaling afrekening; afrekening in het criminele circuit; arbeidsloon; betalen; bezoldiging; dokken; gage; genoegdoening; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; nettolading; salaris; soldij; traktement; uitbetaling; verdienste; voldoen; volstorten; volstorting; wedde
lön betaling arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; kostenvergoeding; loon; salaris; salariëring; soldij; traktement; verdienste; vergelding; vergoeding; wedde

Wiktionary: betaling

betaling
noun
  1. het onderhandigen of overboeken van geld in ruil voor goed of dienst

Cross Translation:
FromToVia
betaling utbetalning; likvid paiement — Ce qui se donner pour acquitter une dette.
betaling betalning; likvid payesalaire ou rémunération d’un travail.
betaling betalning; likvid versement — finance|fr action de verser de l’argent dans une caisse.

Verwante vertalingen van betaling