Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bij elkaar vegen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bij elkaar vegen (Nederlands) in het Zweeds

bij elkaar vegen:

bij elkaar vegen werkwoord (veeg bij elkaar, veegt bij elkaar, veegde bij elkaar, veegden bij elkaar, bij elkaar geveegd)

  1. bij elkaar vegen
    samla ihop; sammanfösa; fösa ihop
    • samla ihop werkwoord (samlar ihop, samlade ihop, samlat ihop)
    • sammanfösa werkwoord (sammanföser, sammanfösde, sammanföst)
    • fösa ihop werkwoord (föser ihop, föste ihop, föst ihop)

Conjugations for bij elkaar vegen:

o.t.t.
  1. veeg bij elkaar
  2. veegt bij elkaar
  3. veegt bij elkaar
  4. vegen bij elkaar
  5. vegen bij elkaar
  6. vegen bij elkaar
o.v.t.
  1. veegde bij elkaar
  2. veegde bij elkaar
  3. veegde bij elkaar
  4. veegden bij elkaar
  5. veegden bij elkaar
  6. veegden bij elkaar
v.t.t.
  1. heb bij elkaar geveegd
  2. hebt bij elkaar geveegd
  3. heeft bij elkaar geveegd
  4. hebben bij elkaar geveegd
  5. hebben bij elkaar geveegd
  6. hebben bij elkaar geveegd
v.v.t.
  1. had bij elkaar geveegd
  2. had bij elkaar geveegd
  3. had bij elkaar geveegd
  4. hadden bij elkaar geveegd
  5. hadden bij elkaar geveegd
  6. hadden bij elkaar geveegd
o.t.t.t.
  1. zal bij elkaar vegen
  2. zult bij elkaar vegen
  3. zal bij elkaar vegen
  4. zullen bij elkaar vegen
  5. zullen bij elkaar vegen
  6. zullen bij elkaar vegen
o.v.t.t.
  1. zou bij elkaar vegen
  2. zou bij elkaar vegen
  3. zou bij elkaar vegen
  4. zouden bij elkaar vegen
  5. zouden bij elkaar vegen
  6. zouden bij elkaar vegen
diversen
  1. veeg bij elkaar!
  2. veegt bij elkaar!
  3. bij elkaar geveegd
  4. bij elkaar vegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bij elkaar vegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samla ihop samenkomen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fösa ihop bij elkaar vegen
samla ihop bij elkaar vegen accumuleren; bij elkaar brengen; bijeenbrengen; bijeenzamelen; concentreren; hopen; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; samenbrengen; samenscholen; sparen; vergaren; verzamelen
sammanfösa bij elkaar vegen

Verwante vertalingen van bij elkaar vegen