Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boel (Nederlands) in het Zweeds

boel:

boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boel (heleboel; hoop)
    mycket; stor del; en hel del

Vertaal Matrix voor boel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en hel del boel; heleboel; hoop
mycket boel; heleboel; hoop berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed
stor del boel; heleboel; hoop
- hoop; massa; stoot; veel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mycket ver; veraf; verafgelegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mycket behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate

Verwante woorden van "boel":

  • boelen, boeltje, boeltjes

Synoniemen voor "boel":


Antoniemen van "boel":


Verwante definities voor "boel":

  1. de dingen in de omgeving1
    • wat is het hier een vuile boel!1
  2. grote hoeveelheid, groot aantal1
    • er zijn een boel mensen op straat1

Wiktionary: boel


Cross Translation:
FromToVia
boel hop; mängd masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.

Verwante vertalingen van boel