Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. doodsteek:
  2. doodsteken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doodsteek (Nederlands) in het Zweeds

doodsteek:

doodsteek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de doodsteek
    dödsstöt

Vertaal Matrix voor doodsteek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dödsstöt doodsteek genadeschot; genadeslag; genadesteek; genadestoot

Verwante woorden van "doodsteek":


doodsteek vorm van doodsteken:

doodsteken werkwoord (steek dood, steekt dood, stak dood, staken dood, doodgestoken)

  1. doodsteken (overhoopsteken; neersteken)
    stycka ner
    • stycka ner werkwoord (styckar ner, styckade ner, styckat ner)

Conjugations for doodsteken:

o.t.t.
  1. steek dood
  2. steekt dood
  3. steekt dood
  4. steken dood
  5. steken dood
  6. steken dood
o.v.t.
  1. stak dood
  2. stak dood
  3. stak dood
  4. staken dood
  5. staken dood
  6. staken dood
v.t.t.
  1. heb doodgestoken
  2. hebt doodgestoken
  3. heeft doodgestoken
  4. hebben doodgestoken
  5. hebben doodgestoken
  6. hebben doodgestoken
v.v.t.
  1. had doodgestoken
  2. had doodgestoken
  3. had doodgestoken
  4. hadden doodgestoken
  5. hadden doodgestoken
  6. hadden doodgestoken
o.t.t.t.
  1. zal doodsteken
  2. zult doodsteken
  3. zal doodsteken
  4. zullen doodsteken
  5. zullen doodsteken
  6. zullen doodsteken
o.v.t.t.
  1. zou doodsteken
  2. zou doodsteken
  3. zou doodsteken
  4. zouden doodsteken
  5. zouden doodsteken
  6. zouden doodsteken
en verder
  1. ben doodgestoken
  2. bent doodgestoken
  3. is doodgestoken
  4. zijn doodgestoken
  5. zijn doodgestoken
  6. zijn doodgestoken
diversen
  1. steek dood!
  2. steekt dood!
  3. doodgestoken
  4. doodstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doodsteken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stycka ner doodsteken; neersteken; overhoopsteken

Verwante woorden van "doodsteken":


Wiktionary: doodsteken


Cross Translation:
FromToVia
doodsteken knivhugga poignarderfrapper, blesser, tuer avec un poignard.