Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dunk:
  2. dunken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dunk (Nederlands) in het Zweeds

dunk:

dunk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dunk
    mening
    • mening [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mening dunk bedoeling; beduidenis; beduiding; belang; betekenis; denkbeeld; doel; gedachte; gewichtigheid; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; import; inhoud; intentie; invalshoek; invoer; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; moedwil; nut; oogpunt; oordeel; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; voornemen; zienswijs; zin

Verwante woorden van "dunk":


Wiktionary: dunk


Cross Translation:
FromToVia
dunk mening; uppfattning; omdöme; tycke; åsikt; råd avis — Ce que l’on penser et aussi ce que l’on en dit, opinion.
dunk mening; uppfattning; omdöme; tycke; åsikt opinionavis de celui qui opiner sur quelque affaire mise en délibération.

dunk vorm van dunken:

dunken werkwoord (dunk, dunkt, dunkte, dunkten, gedunkt)

  1. dunken
    verkar
    • verkar werkwoord (verkar, verkade, verkat)

Conjugations for dunken:

o.t.t.
  1. dunk
  2. dunkt
  3. dunkt
  4. dunken
  5. dunken
  6. dunken
o.v.t.
  1. dunkte
  2. dunkte
  3. dunkte
  4. dunkten
  5. dunkten
  6. dunkten
v.t.t.
  1. heb gedunkt
  2. hebt gedunkt
  3. heeft gedunkt
  4. hebben gedunkt
  5. hebben gedunkt
  6. hebben gedunkt
v.v.t.
  1. had gedunkt
  2. had gedunkt
  3. had gedunkt
  4. hadden gedunkt
  5. hadden gedunkt
  6. hadden gedunkt
o.t.t.t.
  1. zal dunken
  2. zult dunken
  3. zal dunken
  4. zullen dunken
  5. zullen dunken
  6. zullen dunken
o.v.t.t.
  1. zou dunken
  2. zou dunken
  3. zou dunken
  4. zouden dunken
  5. zouden dunken
  6. zouden dunken
diversen
  1. dunk!
  2. dunkt!
  3. gedunkt
  4. dunkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dunken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkar dunken

Verwante woorden van "dunken":


Wiktionary: dunken


Cross Translation:
FromToVia
dunken tyckas; synas; förefalla dünken(intransitiv), unpersönlich, gehoben, veraltend, mit einem im Akkusativ oder seltener im Dativ stehenden Personalpronomen: von jemandem so wahrgenommen, empfunden werden