Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eigen maken (Nederlands) in het Zweeds

eigen maken:

eigen maken werkwoord

  1. eigen maken (aanleren; leren; verwerven; opsteken; oppikken)
    lära; studera
    • lära werkwoord (lär, lärde, lärt)
    • studera werkwoord (studerar, studerade, studerat)
  2. eigen maken (iets bemachtigen; verkrijgen; verwerven; kopen)
    belägga; lägga beslag på; ta i besittning; lyckas få tag på
    • belägga werkwoord (belägger, belade, belagt)
    • lägga beslag på werkwoord (lägger beslag på, lade beslag på, lagt beslag på)
    • ta i besittning werkwoord (tar i besittning, tog i besittning, tagit i besittning)
    • lyckas få tag på werkwoord (lyckar få tag på, lyckade få tag på, lyckat få tag på)

Vertaal Matrix voor eigen maken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lära leerstelsel; leersysteem
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägga eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven aantonen; bewijzen; staven
lyckas få tag på eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven
lägga beslag på eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven
lära aanleren; eigen maken; leren; oppikken; opsteken; verwerven africhten; bijbrengen; bijleren; dier africhten; dresseren; horen; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; te horen krijgen; trainen; vernemen; vinden
studera aanleren; eigen maken; leren; oppikken; opsteken; verwerven bestuderen; blokken; instuderen; leerstof erin stampen; leren; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; studeren; vossen
ta i besittning eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven in bezit nemen; toeëigenen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägga beslaan

Verwante vertalingen van eigen maken