Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. etappe:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor etappe (Nederlands) in het Zweeds

etappe:

etappe [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de etappe (parcoursetappe)
    skede; stadium; scen; hållplats; estrad
    • skede [-ett] zelfstandig naamwoord
    • stadium zelfstandig naamwoord
    • scen [-en] zelfstandig naamwoord
    • hållplats [-en] zelfstandig naamwoord
    • estrad [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de etappe (traject; route; weg; )
    väg; sträcka; bana; färd
    • väg [-en] zelfstandig naamwoord
    • sträcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • bana [-en] zelfstandig naamwoord
    • färd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor etappe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bana afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg beloop; carrière; loopbaan
estrad etappe; parcoursetappe podium; toneel; toneelpodium
färd afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
hållplats etappe; parcoursetappe etappeplaats; halte; halteplaats; stopplaats
scen etappe; parcoursetappe podium; scène; thema; toneel; toneelpodium
skede etappe; parcoursetappe
stadium etappe; parcoursetappe fase; werkstroomfase
sträcka afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg wegvak
väg afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg baan; straat; straatweg; weg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sträcka bespannen; disloqueren; komen tot; ontwrichten; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; uit het lid brengen; uitrekken

Verwante woorden van "etappe":

  • etappen, etappes