Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geanimeerd:
  2. animeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geanimeerd (Nederlands) in het Zweeds

geanimeerd:

geanimeerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geanimeerd (drukpratend; druk)
    levande
  2. geanimeerd (energiek; vief; levendig; vol fut)
    livlig; livligt; energiskt

Vertaal Matrix voor geanimeerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levande verblijven
livlig pittigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
energiskt energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vol energie
levande druk; drukpratend; geanimeerd in leven; levend; springlevend
livlig energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; dartel; dynamisch; energiek; levendig; speels; verhit; vurig
livligt energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut aangenaam; actief; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezierig; speels; tierig; verhit; vrolijk; vurig

geanimeerd vorm van animeren:

animeren werkwoord (animeer, animeert, animeerde, animeerden, geanimeerd)

  1. animeren (stimuleren; aanzetten; aansporen)
    stimulera
    • stimulera werkwoord (stimulerar, stimulerade, stimulerat)

Conjugations for animeren:

o.t.t.
  1. animeer
  2. animeert
  3. animeert
  4. animeren
  5. animeren
  6. animeren
o.v.t.
  1. animeerde
  2. animeerde
  3. animeerde
  4. animeerden
  5. animeerden
  6. animeerden
v.t.t.
  1. heb geanimeerd
  2. hebt geanimeerd
  3. heeft geanimeerd
  4. hebben geanimeerd
  5. hebben geanimeerd
  6. hebben geanimeerd
v.v.t.
  1. had geanimeerd
  2. had geanimeerd
  3. had geanimeerd
  4. hadden geanimeerd
  5. hadden geanimeerd
  6. hadden geanimeerd
o.t.t.t.
  1. zal animeren
  2. zult animeren
  3. zal animeren
  4. zullen animeren
  5. zullen animeren
  6. zullen animeren
o.v.t.t.
  1. zou animeren
  2. zou animeren
  3. zou animeren
  4. zouden animeren
  5. zouden animeren
  6. zouden animeren
diversen
  1. animeer!
  2. animeert!
  3. geanimeerd
  4. animerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor animeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulera bemoedigingen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulera aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanmoedigen; aanvuren; activeren; bejubelen; bemoedigen; bezielen; iemand motiveren; oppeppen; opwekken; prikkelen; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; vooruitschoppen