Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gelid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelid (Nederlands) in het Zweeds

gelid:

gelid [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gelid (rij)
    led; räcka; rad
    • led [-ett] zelfstandig naamwoord
    • räcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het gelid (rij manschappen)
    led; rad; länga
    • led [-ett] zelfstandig naamwoord
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
    • länga [-en] zelfstandig naamwoord
  3. het gelid (rang; rangorde)
    gradera

Vertaal Matrix voor gelid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gradera gelid; rang; rangorde
led gelid; rij; rij manschappen
länga gelid; rij manschappen
rad gelid; rij; rij manschappen aaneenschakeling; aaneenschakelingen; colonne; cyclus; file; keten; opeenvolging; opeenvolgingen; opvolging; reeks; reeksen; regel; rij; rijtje; roeitochtje; serie; series; successie; vervolgdeel
räcka gelid; rij aaneenschakeling; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gradera diepte loden; trappen van vergelijking vormen
räcka aanbieden; aangeven; aanreiken; genoeg zijn; geven; komen tot; reiken; toereikend zijn; voldoende zijn

Wiktionary: gelid


Cross Translation:
FromToVia
gelid fil; ; rad; räcka rangée — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van gelid