Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. graven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor graven (Nederlands) in het Zweeds

graven:

graven werkwoord (graaf, graaft, groef, groeven, gegraven)

  1. graven (delven)
    gräva
    • gräva werkwoord (gräver, grävde, grävt)
  2. graven (opgraven; scheppen; opdelven)
    gräva upp; gräva ut
    • gräva upp werkwoord (gräver upp, grävde upp, grävt upp)
    • gräva ut werkwoord (gräver ut, grävde ut, grävt ut)

Conjugations for graven:

o.t.t.
  1. graaf
  2. graaft
  3. graaft
  4. graven
  5. graven
  6. graven
o.v.t.
  1. groef
  2. groef
  3. groef
  4. groeven
  5. groeven
  6. groeven
v.t.t.
  1. heb gegraven
  2. hebt gegraven
  3. heeft gegraven
  4. hebben gegraven
  5. hebben gegraven
  6. hebben gegraven
v.v.t.
  1. had gegraven
  2. had gegraven
  3. had gegraven
  4. hadden gegraven
  5. hadden gegraven
  6. hadden gegraven
o.t.t.t.
  1. zal graven
  2. zult graven
  3. zal graven
  4. zullen graven
  5. zullen graven
  6. zullen graven
o.v.t.t.
  1. zou graven
  2. zou graven
  3. zou graven
  4. zouden graven
  5. zouden graven
  6. zouden graven
en verder
  1. is gegraven
  2. zijn gegraven
diversen
  1. graaf!
  2. graaft!
  3. gegraven
  4. gravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor graven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gräva delven; graven doorwroeten; graaien; grabbelen; snuffelen; woelen; wroeten; wroetend onderzoeken; wurmen
gräva upp graven; opdelven; opgraven; scheppen afgraven; opduikelen; opscharrelen; opsnorren; rooien; uitgraven
gräva ut graven; opdelven; opgraven; scheppen

Wiktionary: graven

graven
verb
  1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig

Cross Translation:
FromToVia
graven gräva dig — to move hard-packed earth out of the way
graven undersöka drill — to investigate closer
graven rota; böka root — rummage, root out
graven gräva creuser — Faire un trou, un orifice.

Verwante vertalingen van graven