Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. halt:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor halt (Nederlands) in het Zweeds

halt:

halt [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. halt
    väntan; paus
    • väntan zelfstandig naamwoord
    • paus [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor halt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paus halt intermezzo; onderbreken; onderbreking; pauze; reces; rust; rustpauze; rustpoos; ruststand; rusttijd; steuntje; tussenpoos; tussenpozen; tussenspel; verbreken; verpozing
väntan halt

Verwante woorden van "halt":

  • halten

Verwante vertalingen van halt