Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hazenleger:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hazenleger (Nederlands) in het Zweeds

hazenleger:

hazenleger [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hazenleger (lager; leger)
    läger
    • läger [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het hazenleger
    harehåla

Vertaal Matrix voor hazenleger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harehåla hazenleger
läger hazenleger; lager; leger kamp; kampement; legering; legerkamp

Verwante woorden van "hazenleger":

  • hazenlegers