Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. herkrijgen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor herkrijgen (Nederlands) in het Zweeds

herkrijgen:

herkrijgen werkwoord (herkrijg, herkrijgt, herkreeg, herkregen, herkregen)

  1. herkrijgen (terugkrijgen; weerkrijgen)
    återta; återfå; få tillbaka
    • återta werkwoord (återtar, återtog, återtagit)
    • återfå werkwoord (återfår, återfick, återfått)
    • få tillbaka werkwoord (får tillbaka, fick tillbaka, fått tillbaka)

Conjugations for herkrijgen:

o.t.t.
  1. herkrijg
  2. herkrijgt
  3. herkrijgt
  4. herkrijgen
  5. herkrijgen
  6. herkrijgen
o.v.t.
  1. herkreeg
  2. herkreeg
  3. herkreeg
  4. herkregen
  5. herkregen
  6. herkregen
v.t.t.
  1. heb herkregen
  2. hebt herkregen
  3. heeft herkregen
  4. hebben herkregen
  5. hebben herkregen
  6. hebben herkregen
v.v.t.
  1. had herkregen
  2. had herkregen
  3. had herkregen
  4. hadden herkregen
  5. hadden herkregen
  6. hadden herkregen
o.t.t.t.
  1. zal herkrijgen
  2. zult herkrijgen
  3. zal herkrijgen
  4. zullen herkrijgen
  5. zullen herkrijgen
  6. zullen herkrijgen
o.v.t.t.
  1. zou herkrijgen
  2. zou herkrijgen
  3. zou herkrijgen
  4. zouden herkrijgen
  5. zouden herkrijgen
  6. zouden herkrijgen
en verder
  1. is herkregen
  2. zijn herkregen
diversen
  1. herkrijg!
  2. herkrijgt!
  3. herkregen
  4. herkrijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor herkrijgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
få tillbaka herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen
återfå herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen
återta herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
återta terugdraaiactie

Wiktionary: herkrijgen


Cross Translation:
FromToVia
herkrijgen hela recouvrerretrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre.
herkrijgen förebrå; förevita; återbetala; återgälda reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général)