Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. host:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor host (Nederlands) in het Zweeds

host:

host [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de host
  2. de host
    värd
    • värd zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor host:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
värd host gastheer; hoster; hosting; hostserviceprovider
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
värddator host hostcomputer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
värddator informatiedienstverlening
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
värd waard