Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inrit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inrit (Nederlands) in het Zweeds

inrit:

inrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inrit (oprijlaan; oprit)
    ingång
    • ingång [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inrit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingång inrit; oprijlaan; oprit entree; ingang; inkomst; inlaat; invaart; poort; toegang; toegangspoort; toetreding; voorhuis

Verwante woorden van "inrit":

  • inritten