Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal jongens

Vertaal jongens van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

jongens:
- skojare; krabat; skälm; lymmel; kanalje
jongen:
- pojkvasker; lymmel; slyngel; busfrö
- föda fram
Wiktionary:
- jongens → kille, grabb, gosse
- jongen → pojke
- jongen → pojke, gosse, grabb, kille, man, unge, pilt, kypare, vaktmästare

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jongens (Nederlands) in het Zweeds

jongens:

jongens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de jongens (rakkers)
skojare; krabat; skälm; lymmel; kanalje
- skojare [-en] zelfstandig naamwoord
- krabat [-en] zelfstandig naamwoord
- skälm [-en] zelfstandig naamwoord
- lymmel [-en] zelfstandig naamwoord
- kanalje [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jongens:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kanalje	jongens; rakkers	bengel; boefje; deugniet; guit; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; rakker; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel
krabat	jongens; rakkers
lymmel	jongens; rakkers	bengel; boefje; deugniet; donderstraal; guit; jongen; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; picaro; rakker; rekel; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel
skojare	jongens; rakkers	aartsbedrieger; aartsleugenaar; achterbakse personen; bengel; boefje; deugniet; doortrapte leugenaar; flessentrekkers; gladjanussen; grappenmakers; guit; knoeier; koekenbakker; koekhakker; komedianten; komieken; kwajongen; mooipraters; olijkerd; onbetrouwbare kerels; ondeugd; paljas; paljassen; picaro; schavuit; schelm; schoeljes; sjoemelaar; sjoemelaars; smiechten; vlegel; vleiers
skälm	jongens; rakkers	bengel; boefje; deugniet; guit; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; rakker; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel

Verwante woorden van "jongens":

jongen

Wiktionary: jongens

Cross Translation:

From	To	Via
• jongens	→ kille; grabb	↔ boy — male of any age, used as a friendly diminutive
• jongens	→ gosse	↔ boy — surprise or pleasure

jongens vorm van jongen:

jongen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de jongen (rakker)
pojkvasker; lymmel; slyngel; busfrö
- pojkvasker [-en] zelfstandig naamwoord
- lymmel [-en] zelfstandig naamwoord
- slyngel [-en] zelfstandig naamwoord
- busfrö [-ett] zelfstandig naamwoord

jongen werkwoord (jong, jongt, jongde, jongden, gejongd)

jongen (werpen; ter wereld brengen)
föda fram
- föda fram werkwoord (föder fram, födde fram, fött fram)

Conjugations for jongen:

o.t.t.

jong
jongt
jongt
jongen
jongen
jongen

o.v.t.

jongde
jongde
jongde
jongden
jongden
jongden

v.t.t.

heb gejongd
hebt gejongd
heeft gejongd
hebben gejongd
hebben gejongd
hebben gejongd

v.v.t.

had gejongd
had gejongd
had gejongd
hadden gejongd
hadden gejongd
hadden gejongd

o.t.t.t.

zal jongen
zult jongen
zal jongen
zullen jongen
zullen jongen
zullen jongen

o.v.t.t.

zou jongen
zou jongen
zou jongen
zouden jongen
zouden jongen
zouden jongen

diversen

jong!
jongt!
gejongd
jongend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor jongen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
busfrö	jongen; rakker
lymmel	jongen; rakker	bengel; boefje; deugniet; donderstraal; guit; jongens; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; picaro; rakker; rakkers; rekel; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel
pojkvasker	jongen; rakker
slyngel	jongen; rakker	donderstraal; hufter; kinkel; klootzak; lummel; pummel; vlegel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
föda fram	jongen; ter wereld brengen; werpen

Verwante woorden van "jongen":

jongens, jong

Antoniemen van "jongen":

meisje

Verwante definities voor "jongen":

kind van mannelijk geslacht¹
- ze hebben twee kinderen, een jongen en een meisje¹

Wiktionary: jongen

jongen

noun

onvolwassen man
- jongen → pojke

Cross Translation:

From	To	Via
• jongen	→ pojke	↔ boy — young male
• jongen	→ pojke; gosse; grabb; kille	↔ lad — a boy
• jongen	→ man	↔ male — human of masculine sex or gender
• jongen	→ unge	↔ young — offspring
• jongen	→ pojke	↔ Bube — männliches Kind
• jongen	→ pojke; grabb	↔ Bursche — junger Mann; Junge
• jongen	→ gosse; pojke	↔ Junge — männliches Kind
• jongen	→ gosse	↔ Knabe — gehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts
• jongen	→ gosse; pilt; pojke; kypare; vaktmästare	↔ garçon — enfant ou adolescent mâle, par opposition à fille.

¹Muiswerk Woordenboek