Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. karakteriseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor karakteriseren (Nederlands) in het Zweeds

karakteriseren:

karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)

  1. karakteriseren (kenschetsen; kenmerken; typeren)
    definiera; beskriva; utmärka; karakterisera
    • definiera werkwoord (definierar, definierade, definierat)
    • beskriva werkwoord (beskriver, beskrev, beskrivit)
    • utmärka werkwoord (utmärkar, utmärkade, utmärkat)
    • karakterisera werkwoord (karakteriserar, karakteriserade, karakteriserat)
  2. karakteriseren (kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen)
    karakterisera; beteckna; känneteckna
    • karakterisera werkwoord (karakteriserar, karakteriserade, karakteriserat)
    • beteckna werkwoord (betecknar, betecknade, betecknat)
    • känneteckna werkwoord (kännetecknar, kännetecknade, kännetecknat)

Conjugations for karakteriseren:

o.t.t.
  1. karakteriseer
  2. karakteriseert
  3. karakteriseert
  4. karakteriseren
  5. karakteriseren
  6. karakteriseren
o.v.t.
  1. karakteriseerde
  2. karakteriseerde
  3. karakteriseerde
  4. karakteriseerden
  5. karakteriseerden
  6. karakteriseerden
v.t.t.
  1. heb gekarakteriseerd
  2. hebt gekarakteriseerd
  3. heeft gekarakteriseerd
  4. hebben gekarakteriseerd
  5. hebben gekarakteriseerd
  6. hebben gekarakteriseerd
v.v.t.
  1. had gekarakteriseerd
  2. had gekarakteriseerd
  3. had gekarakteriseerd
  4. hadden gekarakteriseerd
  5. hadden gekarakteriseerd
  6. hadden gekarakteriseerd
o.t.t.t.
  1. zal karakteriseren
  2. zult karakteriseren
  3. zal karakteriseren
  4. zullen karakteriseren
  5. zullen karakteriseren
  6. zullen karakteriseren
o.v.t.t.
  1. zou karakteriseren
  2. zou karakteriseren
  3. zou karakteriseren
  4. zouden karakteriseren
  5. zouden karakteriseren
  6. zouden karakteriseren
en verder
  1. ben gekarakteriseerd
  2. bent gekarakteriseerd
  3. is gekarakteriseerd
  4. zijn gekarakteriseerd
  5. zijn gekarakteriseerd
  6. zijn gekarakteriseerd
diversen
  1. karakteriseer!
  2. karakteriseert!
  3. gekarakteriseerd
  4. karakteriserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor karakteriseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beskriva karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afschilderen; beschrijven; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen
beteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
definiera karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; definiëren; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren
karakterisera karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
känneteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren indexeren; van indexnummers voorzien
utmärka karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren