Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kartelen:
  2. kartel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kartelen (Nederlands) in het Zweeds

kartelen:

kartelen werkwoord (kartel, kartelt, kartelde, kartelden, gekarteld)

  1. kartelen (kartels krijgen)
    hacka; skåra; göra skåror i
    • hacka werkwoord (hackar, hackade, hackat)
    • skåra werkwoord (skårar, skårade, skårat)
    • göra skåror i werkwoord (gör skåror i, gjorde skåror i, gjort skåror i)

Conjugations for kartelen:

o.t.t.
  1. kartel
  2. kartelt
  3. kartelt
  4. kartelen
  5. kartelen
  6. kartelen
o.v.t.
  1. kartelde
  2. kartelde
  3. kartelde
  4. kartelden
  5. kartelden
  6. kartelden
v.t.t.
  1. heb gekarteld
  2. hebt gekarteld
  3. heeft gekarteld
  4. hebben gekarteld
  5. hebben gekarteld
  6. hebben gekarteld
v.v.t.
  1. had gekarteld
  2. had gekarteld
  3. had gekarteld
  4. hadden gekarteld
  5. hadden gekarteld
  6. hadden gekarteld
o.t.t.t.
  1. zal kartelen
  2. zult kartelen
  3. zal kartelen
  4. zullen kartelen
  5. zullen kartelen
  6. zullen kartelen
o.v.t.t.
  1. zou kartelen
  2. zou kartelen
  3. zou kartelen
  4. zouden kartelen
  5. zouden kartelen
  6. zouden kartelen
en verder
  1. is gekarteld
  2. zijn gekarteld
diversen
  1. kartel!
  2. kartelt!
  3. gekarteld
  4. kartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kartelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacka houweel; klover
skåra hak; houw; inkeping; inkerving; insnijding; keep; kepen; kerf; kerfsnede; slag met een scherp werktuig; sneetje; snijwondje; soort vink; split
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra skåror i kartelen; kartels krijgen
hacka kartelen; kartels krijgen creneleren; fijnhakken; hakken; in stukken hakken; insnijden; kleinhakken; kort en droog hoesten; kuchen; verhaspelen
skåra kartelen; kartels krijgen creneleren; groeven; inkerven; insnijden

Verwante woorden van "kartelen":


kartel:

kartel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kartel (syndicaat)
    syndikat; kartell
    • syndikat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kartell [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de kartel (inkeping)
    karvande
  3. de kartel (karteling)
    kantig
    • kantig zelfstandig naamwoord

kartel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kartel
    kartell
    • kartell [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kartel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kantig kartel; karteling
kartell kartel; syndicaat cartel; trust
karvande inkeping; kartel
syndikat kartel; syndicaat trust
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kantig hoekig; kantig

Verwante woorden van "kartel":


Wiktionary: kartel


Cross Translation:
FromToVia
kartel kartell Kartell — gemäß Legaldefinition verbotene Vereinbarungen zwischen Unternehmern, Beschlüsse von Unternehmervereinigungen und aufeinander abgestimmte Verhaltensweisen, die eine Verhinderung, Einschränkung oder Verfälschung des Wettbewerbs bezwecken oder bewirken.Deutsches Recht: Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkungen (G
kartel spont rainure — mécanique|fr Petite entaille faite en long sur l’épaisseur d’une pièce mécanique, pour y assembler une autre pièce, ou pour servir à une coulisse.