Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kopen (Nederlands) in het Zweeds

kopen:

kopen werkwoord (koop, koopt, kocht, kochten, gekocht)

  1. kopen (aankopen; verkrijgen; verwerven; aanschaffen)
    – het krijgen in ruil voor geld 1
    köpa; inhandla
    • köpa werkwoord (köper, köppte, köppt)
    • inhandla werkwoord (inhandlar, inhandlade, inhandlat)
  2. kopen (iets bemachtigen; verkrijgen; verwerven; eigen maken)
    belägga; lägga beslag på; ta i besittning; lyckas få tag på
    • belägga werkwoord (belägger, belade, belagt)
    • lägga beslag på werkwoord (lägger beslag på, lade beslag på, lagt beslag på)
    • ta i besittning werkwoord (tar i besittning, tog i besittning, tagit i besittning)
    • lyckas få tag på werkwoord (lyckar få tag på, lyckade få tag på, lyckat få tag på)

Conjugations for kopen:

o.t.t.
  1. koop
  2. koopt
  3. koopt
  4. kopen
  5. kopen
  6. kopen
o.v.t.
  1. kocht
  2. kocht
  3. kocht
  4. kochten
  5. kochten
  6. kochten
v.t.t.
  1. heb gekocht
  2. hebt gekocht
  3. heeft gekocht
  4. hebben gekocht
  5. hebben gekocht
  6. hebben gekocht
v.v.t.
  1. had gekocht
  2. had gekocht
  3. had gekocht
  4. hadden gekocht
  5. hadden gekocht
  6. hadden gekocht
o.t.t.t.
  1. zal kopen
  2. zult kopen
  3. zal kopen
  4. zullen kopen
  5. zullen kopen
  6. zullen kopen
o.v.t.t.
  1. zou kopen
  2. zou kopen
  3. zou kopen
  4. zouden kopen
  5. zouden kopen
  6. zouden kopen
diversen
  1. koop!
  2. koopt!
  3. gekocht
  4. kopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kopen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kopen (aankoop; acquisitie; verwerving; )
    köp; förvärv; inköp; uppköp
    • köp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • förvärv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • inköp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppköp [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kopen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvärv aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving inkoop
inköp aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving inkoop
köp aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; afpingelarij; boodschap; inkoop; knibbelarij; koop
uppköp aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving overname
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägga eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven aantonen; bewijzen; staven
inhandla aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven
köpa aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven
lyckas få tag på eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven
lägga beslag på eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven
ta i besittning eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven in bezit nemen; toeëigenen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägga beslaan

Verwante woorden van "kopen":


Antoniemen van "kopen":


Verwante definities voor "kopen":

  1. het krijgen in ruil voor geld1
    • ik koop een nieuwe jas1

Wiktionary: kopen


Cross Translation:
FromToVia
kopen köpa buy — to obtain for money
kopen köpa kaufen — eine Ware gegen Entgelt erwerben
kopen anskaffa; köpa acheter — Tous sens
kopen anskaffa; köpa; förvärva acquérir — Devenir possesseur par le travail, par l’achat, par l’échange, par contrat ou alors par... (Sens général).

kopen vorm van kop:

kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kop (kopzin)
    rubrik
    • rubrik [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de kop (krantenkop)
    huvudrubrik; rubrik
  3. de kop (koffiekop)
    kaffekopp

Vertaal Matrix voor kop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huvudrubrik kop; krantenkop
kaffekopp koffiekop; kop bakje; koffiekopje; kopje koffie
rubrik kop; kopzin; krantenkop berichtkop; header; opschrift; rubriek; titel
- hoofd

Verwante woorden van "kop":


Synoniemen voor "kop":


Antoniemen van "kop":


Verwante definities voor "kop":

  1. bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc.1
    • die jongen heeft een leuke kop1
  2. bovenkant1
    • hij woont in de kop van Noord-Holland1
  3. kommetje met oor om uit de drinken1
    • wil je een kopje koffie?1
  4. vetgedrukte regel boven een tekst1
    • hoe luidt de kop van het artikel?1
  5. voorste gedeelte1
    • de Amerikaan liep op kop1

Wiktionary: kop

kop
noun
  1. hoofd van een dier
  2. hoofd van een mens
  3. porseleinen recipiënt met oor, om uit te drinken

Cross Translation:
FromToVia
kop knopp; skalle block — slang:human head
kop kopp cup — vessel for drinking
kop skalle gourd — head
kop huvud; skalle head — part of the body
kop huvud head — end of hammer, etc.
kop rubrik headline — heading or title of an article
kop kopp tasse — Récipient (1)
kop titel titre — désignation
kop huvud tête — anatomie|fr partie supérieure du corps, qui est le siège du cerveau et des principaux organes des sens, et qui, chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, tenir au reste du corps par le cou.

Verwante vertalingen van kopen