Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. korzelig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor korzelig (Nederlands) in het Zweeds

korzelig:

korzelig bijvoeglijk naamwoord

  1. korzelig (lichtgeraakt; humeurig; gevoelig; aangebrand)
    lätt sårat; lätt sårad
  2. korzelig (nors; chagrijnig; nurks; knorrig)
    butter; vresigt; vresig; buttert; knarrigt
  3. korzelig (snauwend; wrevelig; kortaf)
    fräsande

Vertaal Matrix voor korzelig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butter chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommmerig; grimmig; verbeten
buttert chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommmerig
fräsande kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig
knarrigt chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommmerig; chagrijnig; gemelijk; knorrig; kregelig; kribbig; nurks; stuurs; wrevelig
lätt sårad aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
lätt sårat aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
vresig chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bokkig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; narrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
vresigt chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bokkig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; narrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig

Verwante woorden van "korzelig":


Wiktionary: korzelig


Cross Translation:
FromToVia
korzelig butter grumpy — unhappy and/or irritable