Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kweken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kweken (Nederlands) in het Zweeds

kweken:

kweken werkwoord (kweek, kweekt, kweekte, kweekten, gekweekt)

  1. kweken (fokken; opfokken)
    uppfostra; uppföda; frambringa; föda upp
    • uppfostra werkwoord (uppfostrar, uppfostrade, uppfostrat)
    • uppföda werkwoord (uppföder, uppfödde, uppfött)
    • frambringa werkwoord (frambringar, frambringade, frambringat)
    • föda upp werkwoord (föder upp, födde upp, fött upp)
  2. kweken (telen; fokken; voortbrengen; )
    föda upp; odla
    • föda upp werkwoord (föder upp, födde upp, fött upp)
    • odla werkwoord (odlar, odlade, odlat)

Conjugations for kweken:

o.t.t.
  1. kweek
  2. kweekt
  3. kweekt
  4. kweken
  5. kweken
  6. kweken
o.v.t.
  1. kweekte
  2. kweekte
  3. kweekte
  4. kweekten
  5. kweekten
  6. kweekten
v.t.t.
  1. heb gekweekt
  2. hebt gekweekt
  3. heeft gekweekt
  4. hebben gekweekt
  5. hebben gekweekt
  6. hebben gekweekt
v.v.t.
  1. had gekweekt
  2. had gekweekt
  3. had gekweekt
  4. hadden gekweekt
  5. hadden gekweekt
  6. hadden gekweekt
o.t.t.t.
  1. zal kweken
  2. zult kweken
  3. zal kweken
  4. zullen kweken
  5. zullen kweken
  6. zullen kweken
o.v.t.t.
  1. zou kweken
  2. zou kweken
  3. zou kweken
  4. zouden kweken
  5. zouden kweken
  6. zouden kweken
en verder
  1. is gekweekt
diversen
  1. kweek!
  2. kweekt!
  3. gekweekt
  4. kwekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kweken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kweken (teelt; reproductie; voortplanting; )
    odling; förfining; kultivering
  2. het kweken (telen; verbouwen)
    uppfödning

Vertaal Matrix voor kweken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förfining aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting raffinement; verfijndheid
kultivering aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting
odling aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting cultuur; gewassenverbouwing; grondbewerking; kweek
uppfödning kweken; telen; verbouwen veeteelt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frambringa fokken; kweken; opfokken aandragen; aanvoeren; doen; handelen; laten zien; naar voren brengen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; uitrichten; uitvoeren; verrichten; voordedaghalen
föda upp aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opfokken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen aankaarten; aansnijden; omhooghalen; op tafel leggen; ophalen; ter sprake brengen
odla aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen aardappelen poten; beschaven; civiliseren; cultiveren; groeien; groot worden; ontginnen; ontwikkelen; opgroeien; poten; voor landbouw klaar maken
uppfostra fokken; kweken; opfokken omhooghalen; ophalen
uppföda fokken; kweken; opfokken

Verwante woorden van "kweken":


Verwante definities voor "kweken":

  1. laten groeien uit zaad1
    • hij kweekt allerlei groenten in zijn tuin1

Wiktionary: kweken


Cross Translation:
FromToVia
kweken odla grow — (transitive) to cause something to become bigger
kweken avla cultivertravailler une terre pour la rendre plus fertile et pour améliorer ses productions.
kweken uppfostra éduquer — Former par l’éducation, instruire.