Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ladder:
  2. ladderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ladder (Nederlands) in het Zweeds

ladder:

ladder [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ladder (ladder in kous)
    stege
    • stege zelfstandig naamwoord
  2. de ladder (klimladder; leer)
    trappstege
  3. de ladder (toonladder; toonschaal)
    tonskala
  4. de ladder (toonschaal; toonladder; gamma; octaaf)
    musikalisk våg

Vertaal Matrix voor ladder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
musikalisk våg gamma; ladder; octaaf; toonladder; toonschaal
stege ladder; ladder in kous
tonskala ladder; toonladder; toonschaal gamma; scala; spectrum
trappstege klimladder; ladder; leer dubbele ladder; keukentrap; trapladder; trapleer

Verwante woorden van "ladder":

  • ladderen, ladders, laddertje, laddertjes

Wiktionary: ladder


Cross Translation:
FromToVia
ladder stege ladder — climbing tool
ladder stege Leiter — aus zwei über Sprossen oder Stufen verbundene Längsstangen (Holmen) bestehendes Gerät, mithilfe dessen eine Person zu etwas hinauf- beziehungsweise von etwas hinabsteigen kann
ladder stege échelledispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.

ladder vorm van ladderen:

ladderen werkwoord (ladder, laddert, ladderde, ladderden, geladderd)

  1. ladderen
    löpa
    • löpa werkwoord (löper, löpte, löpt)

Conjugations for ladderen:

o.t.t.
  1. ladder
  2. laddert
  3. laddert
  4. ladderen
  5. ladderen
  6. ladderen
o.v.t.
  1. ladderde
  2. ladderde
  3. ladderde
  4. ladderden
  5. ladderden
  6. ladderden
v.t.t.
  1. ben geladderd
  2. bent geladderd
  3. is geladderd
  4. zijn geladderd
  5. zijn geladderd
  6. zijn geladderd
v.v.t.
  1. was geladderd
  2. was geladderd
  3. was geladderd
  4. waren geladderd
  5. waren geladderd
  6. waren geladderd
o.t.t.t.
  1. zal ladderen
  2. zult ladderen
  3. zal ladderen
  4. zullen ladderen
  5. zullen ladderen
  6. zullen ladderen
o.v.t.t.
  1. zou ladderen
  2. zou ladderen
  3. zou ladderen
  4. zouden ladderen
  5. zouden ladderen
  6. zouden ladderen
diversen
  1. ladder!
  2. laddert!
  3. geladderd
  4. ladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ladderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
löpa ladderen hardlopen; rennen

Verwante woorden van "ladderen":


Verwante vertalingen van ladder