Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. logement:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor logement (Nederlands) in het Zweeds

logement:

logement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het logement (gasthuis; herberg)
    värdshus

Vertaal Matrix voor logement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
värdshus gasthuis; herberg; logement boerenherberg; dorpscafé; knijp; slijterij; uitspanning

Verwante woorden van "logement":

  • logementen