Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. medespeler:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor medespeler (Nederlands) in het Zweeds

medespeler:

medespeler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de medespeler (speelkameraad; speelgenoot; speelmakker)
    lekkamrat

Vertaal Matrix voor medespeler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lekkamrat medespeler; speelgenoot; speelkameraad; speelmakker

Verwante woorden van "medespeler":

  • medespelers