Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal moes

Vertaal moes van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

moes:
- fruktkött; mos; puré; äppelmos
moe:
- morsan; mamma; mor
- utmattad; utmattat
Wiktionary:
- moes → puré
- moe → trött, sömnig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor moes (Nederlands) in het Zweeds

moes:

moes [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de moes (tot brij gekookte vruchten; pulp)
fruktkött
- fruktkött zelfstandig naamwoord
de moes (puree)
mos; puré
- mos [-ett] zelfstandig naamwoord
- puré [-en] zelfstandig naamwoord
de moes (appelmoes)
äppelmos
- äppelmos [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor moes:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fruktkött	moes; pulp; tot brij gekookte vruchten	vruchtvlees
mos	moes; puree
puré	moes; puree
äppelmos	appelmoes; moes

Verwante woorden van "moes":

moe

Wiktionary: moes

Cross Translation:

From	To	Via
• moes	→ puré	↔ purée — (cuisine) préparation épaisse de légumes cuits à l’eau et écrasés.

moe:

moe [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de moe (moeder; mamma; mammie; mama; mams; ma)
morsan; mamma; mor
- morsan zelfstandig naamwoord
- mamma [-en] zelfstandig naamwoord
- mor zelfstandig naamwoord

moe bijvoeglijk naamwoord

moe (vermoeid; gaar)

– wie aan rust of slaap toe is ¹
utmattad; utmattat
- utmattad bijvoeglijk naamwoord
- utmattat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor moe:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mamma	ma; mama; mamma; mammie; mams; moe; moeder
mor	ma; mama; mamma; mammie; mams; moe; moeder	Moor
morsan	ma; mama; mamma; mammie; mams; moe; moeder
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utmattad	gaar; moe; vermoeid	uitgesloofd
utmattat	gaar; moe; vermoeid	uitgesloofd

Verwante woorden van "moe":

moes, moetje

Verwante definities voor "moe":

wie aan rust of slaap toe is¹
- ik ga naar bed, ik ben moe¹

Wiktionary: moe

Cross Translation:

From	To	Via
• moe	→ trött; sömnig	↔ müde — schläfrig sein, schlafbedürftig
• moe	→ trött	↔ tired — in need of rest or sleep

¹Muiswerk Woordenboek