Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor noodhulp (Nederlands) in het Zweeds

noodhulp:

noodhulp [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de noodhulp (invaller; hulpkracht)
    ersättare; suppleant; ställföreträdare
  2. de noodhulp

Vertaal Matrix voor noodhulp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ersättare hulpkracht; invaller; noodhulp plaatsvervanger; remplaçant; substituut; vervangingsmiddel
ställföreträdare hulpkracht; invaller; noodhulp remplaçant; substituut
suppleant hulpkracht; invaller; noodhulp
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
katastrofbistånd noodhulp

Verwante woorden van "noodhulp":

  • noodhulpen