Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onderworpen (Nederlands) in het Zweeds

onderworpen:

onderworpen bijvoeglijk naamwoord

  1. onderworpen (slaafs; onderdanig; serviel; knechts)
    slaviskt; trälaktigt; servil; slavisk
  2. onderworpen (gedomineerd)
    behärskad; behärskat; dominerat
  3. onderworpen (ondergeschikt; inferieur; bijkomstig; onderhorig)
    underordnad; underordnat
  4. onderworpen (gedwee; volgzaam; meegaand)
    läraktig; foglig; fogligt; läraktigt; lätthanterligt
  5. onderworpen (onderdanig aan)
    undergiven; undergivet

Vertaal Matrix voor onderworpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
undergiven onderdanige
underordnad afhankelijke cel; inferieur; mindere; ondergeschikte; ondergeschiktheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
underordnad bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; onderliggend knooppunt; onderschikkend; subaltern; subordinerend
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
underordnad junior
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behärskad gedomineerd; onderworpen geremd; ingehouden
behärskat gedomineerd; onderworpen beheerst
dominerat gedomineerd; onderworpen
foglig gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam berustend; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; vormbaar; vouwbaar; willig
fogligt gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam berustend; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; vormbaar; vouwbaar; willig
läraktig gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
läraktigt gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam
lätthanterligt gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam beheersbaar
servil knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
slavisk knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
slaviskt knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
trälaktigt knechts; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
undergiven onderdanig aan; onderworpen aftredend
undergivet onderdanig aan; onderworpen aftredend; berustend; demissionair; gelaten; lankmoedig; lijdelijk
underordnat bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; onderschikkend; subaltern; subordinerend

Verwante woorden van "onderworpen":


Wiktionary: onderworpen


Cross Translation:
FromToVia
onderworpen krypande; underdånig obsequious — fawning, subservient
onderworpen träl thrall — one who is enslaved

onderworpen vorm van onderwerpen:

onderwerpen werkwoord (onderwerp, onderwerpt, onderwierp, onderwierpen, onderworpen)

  1. onderwerpen (onder gezag brengen)
    tämja; underkasta sig; kontrollera
    • tämja werkwoord (tämjar, tämjade, tämjat)
    • underkasta sig werkwoord (underkastar sig, underkastade sig, underkastat sig)
    • kontrollera werkwoord (kontrollerar, kontrollerade, kontrollerat)
  2. onderwerpen (machtiger zijn; overheersen; beheersen; heersen over)
    vara rådande; bemäktiga
    • vara rådande werkwoord (är rådande, var rådande, varit rådande)
    • bemäktiga werkwoord (bemäktigar, bemäktigade, bemäktigat)

Conjugations for onderwerpen:

o.t.t.
  1. onderwerp
  2. onderwerpt
  3. onderwerpt
  4. onderwerpen
  5. onderwerpen
  6. onderwerpen
o.v.t.
  1. onderwierp
  2. onderwierp
  3. onderwierp
  4. onderwierpen
  5. onderwierpen
  6. onderwierpen
v.t.t.
  1. ben onderworpen
  2. bent onderworpen
  3. is onderworpen
  4. zijn onderworpen
  5. zijn onderworpen
  6. zijn onderworpen
v.v.t.
  1. was onderworpen
  2. was onderworpen
  3. was onderworpen
  4. waren onderworpen
  5. waren onderworpen
  6. waren onderworpen
o.t.t.t.
  1. zal onderwerpen
  2. zult onderwerpen
  3. zal onderwerpen
  4. zullen onderwerpen
  5. zullen onderwerpen
  6. zullen onderwerpen
o.v.t.t.
  1. zou onderwerpen
  2. zou onderwerpen
  3. zou onderwerpen
  4. zouden onderwerpen
  5. zouden onderwerpen
  6. zouden onderwerpen
en verder
  1. heb onderworpen
  2. hebt onderworpen
  3. heeft onderworpen
  4. hebben onderworpen
  5. hebben onderworpen
  6. hebben onderworpen
diversen
  1. onderwerp!
  2. onderwerpt!
  3. onderworpen
  4. onderwerpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

onderwerpen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de onderwerpen (thema's)
    ämne; thema
    • ämne [-ett] zelfstandig naamwoord
    • thema zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onderwerpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontrollera controleren
thema onderwerpen; thema's
ämne onderwerpen; thema's issue; kwestie; onderdaan; onderwerp; punt; thema
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemäktiga beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen
kontrollera onder gezag brengen; onderwerpen bedwingen; beproeven; beteugelen; controleren; examineren; in bedwang houden; inspecteren; keuren; narekenen; natellen; onder controle hebben; onderzoeken; overhoren; schouwen; testen; toetsen
tämja onder gezag brengen; onderwerpen
underkasta sig onder gezag brengen; onderwerpen aanleunen; welgevallen; zich laten welgevallen
vara rådande beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen de overhand hebben; heersen

Verwante woorden van "onderwerpen":


Verwante definities voor "onderwerpen":

  1. laten doen wat jij wil1
    • de Duitsers onderwierpen de Poolse bevolking1
  2. laten meemaken1
    • ik onderwerp hem aan een test1

Wiktionary: onderwerpen


Cross Translation:
FromToVia
onderwerpen kuva bend — to force to submit