Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. openstaand:
  2. openstaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor openstaand (Nederlands) in het Zweeds

openstaand:

openstaand bijvoeglijk naamwoord

  1. openstaand (ontvankelijk; vatbaar)
    åtkommligt; åtkommlig

Vertaal Matrix voor openstaand:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
åtkommlig ontvankelijk; openstaand; vatbaar
åtkommligt ontvankelijk; openstaand; vatbaar

openstaand vorm van openstaan:

openstaan werkwoord (sta open, staat open, stond open, stonden open, opengestaan)

  1. openstaan
    vara ledig; vara öppen; stå öppen
    • vara ledig werkwoord (är ledig, var ledig, varit ledig)
    • vara öppen werkwoord (är öppen, var öppen, varit öppen)
    • stå öppen werkwoord (står öppen, stod öppen, stått öppen)

Conjugations for openstaan:

o.t.t.
  1. sta open
  2. staat open
  3. staat open
  4. staan open
  5. staan open
  6. staan open
o.v.t.
  1. stond open
  2. stond open
  3. stond open
  4. stonden open
  5. stonden open
  6. stonden open
v.t.t.
  1. heb opengestaan
  2. hebt opengestaan
  3. heeft opengestaan
  4. hebben opengestaan
  5. hebben opengestaan
  6. hebben opengestaan
v.v.t.
  1. had opengestaan
  2. had opengestaan
  3. had opengestaan
  4. hadden opengestaan
  5. hadden opengestaan
  6. hadden opengestaan
o.t.t.t.
  1. zal openstaan
  2. zult openstaan
  3. zal openstaan
  4. zullen openstaan
  5. zullen openstaan
  6. zullen openstaan
o.v.t.t.
  1. zou openstaan
  2. zou openstaan
  3. zou openstaan
  4. zouden openstaan
  5. zouden openstaan
  6. zouden openstaan
diversen
  1. sta open!
  2. staat open!
  3. opengestaan
  4. openstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor openstaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stå öppen openstaan
vara ledig openstaan
vara öppen openstaan