Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ovenschaal:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ovenschaal (Nederlands) in het Zweeds

ovenschaal:

ovenschaal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ovenschaal (schaal)
    skål; gryta; bunke; karott
    • skål [-en] zelfstandig naamwoord
    • gryta [-en] zelfstandig naamwoord
    • bunke [-en] zelfstandig naamwoord
    • karott [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ovenschaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bunke ovenschaal; schaal teiltje
gryta ovenschaal; schaal jachtschotel; kookpan; pan; stoofschotel; stoofschotels
karott ovenschaal; schaal
skål ovenschaal; schaal bassin; beker; bekken; bokaal; bowl; cup; geklink; teiltje; waterbekken

Verwante woorden van "ovenschaal":

  • ovenschalen