Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plomberen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plomberen (Nederlands) in het Zweeds

plomberen:

plomberen werkwoord (plombeer, plombeert, plombeerde, plombeerden, geplobeerd)

  1. plomberen (vullen)
    fylla; uppfylla; plombera; utfylla
    • fylla werkwoord (fyller, fyllde, fyllt)
    • uppfylla werkwoord (uppfyller, uppfyllde, uppfyllt)
    • plombera werkwoord (plomberar, plomberade, plomberat)
    • utfylla werkwoord (utfyller, utfyllde, utfyllt)

Conjugations for plomberen:

o.t.t.
  1. plombeer
  2. plombeert
  3. plombeert
  4. plomberen
  5. plomberen
  6. plomberen
o.v.t.
  1. plombeerde
  2. plombeerde
  3. plombeerde
  4. plombeerden
  5. plombeerden
  6. plombeerden
v.t.t.
  1. heb geplobeerd
  2. hebt geplobeerd
  3. heeft geplobeerd
  4. hebben geplobeerd
  5. hebben geplobeerd
  6. hebben geplobeerd
v.v.t.
  1. had geplobeerd
  2. had geplobeerd
  3. had geplobeerd
  4. hadden geplobeerd
  5. hadden geplobeerd
  6. hadden geplobeerd
o.t.t.t.
  1. zal plomberen
  2. zult plomberen
  3. zal plomberen
  4. zullen plomberen
  5. zullen plomberen
  6. zullen plomberen
o.v.t.t.
  1. zou plomberen
  2. zou plomberen
  3. zou plomberen
  4. zouden plomberen
  5. zouden plomberen
  6. zouden plomberen
en verder
  1. ben geplombeerd
  2. bent geplombeerd
  3. is geplombeerd
  4. zijn geplombeerd
  5. zijn geplombeerd
  6. zijn geplombeerd
diversen
  1. plombeer!
  2. plombeert!
  3. geplobeerd
  4. plomberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor plomberen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fylla dronkenschap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fylla plomberen; vullen dichtgooien; farceren; gaten dichten; ineen duwen; opvullen; opzetten; proppen; stoppen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; vullen
plombera plomberen; vullen dichten; dichtmaken; dichtstoppen; stoppen
uppfylla plomberen; vullen kwijten; volvoeren
utfylla plomberen; vullen