Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rauw:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rauw (Nederlands) in het Zweeds

rauw:

rauw bijvoeglijk naamwoord

  1. rauw (ongekookt)
    ; rått; okokt
    • bijvoeglijk naamwoord
    • rått bijvoeglijk naamwoord
    • okokt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rauw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruut; wreedaard
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
okokt ongekookt; rauw
ongekookt; rauw meedogenloos; ruige; wreed
rått ongekookt; rauw grof; laag-bij-de-grond; lomp; meedogenloos; niet glad; plat; platvloers; ruw; schunnig; vunzig; wreed

Verwante woorden van "rauw":

  • rauwheid, rauwer, rauwere, rauwst, rauwste, rauwe

Wiktionary: rauw

rauw
adjective
  1. ongekookt en vers

Cross Translation:
FromToVia
rauw raw — uncooked
rauw hes rauque — Pour une voix, rude, âpre et comme enrouer.