Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rond:
  2. ronden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rond (Nederlands) in het Zweeds

rond:

rond bijvoeglijk naamwoord

  1. rond (kogelrond; sferisch; bol)
    klotformig; klotrunt; sfärisk; sfäriskt; klotformigt

Vertaal Matrix voor rond:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- omstreeks
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klotformig bol; kogelrond; rond; sferisch
klotformigt bol; kogelrond; rond; sferisch
klotrunt bol; kogelrond; rond; sferisch
sfärisk bol; kogelrond; rond; sferisch
sfäriskt bol; kogelrond; rond; sferisch bol; bolvormig; kogelvormig

Verwante woorden van "rond":


Synoniemen voor "rond":


Antoniemen van "rond":


Verwante definities voor "rond":

  1. in de buurt van1
    • het gebeurde rond acht uur1
  2. eerlijk en oprecht1
    • ik kom er rond voor uit1
  3. er omheen1
    • de huizen staan rond het plein1
  4. met de vorm van een cirkel of bol1
    • de bal is rond1
  5. voltooid, klaar1
    • de zaak is rond1
  6. zonder cijfers achter de komma1
    • acht is een rond getal1

Wiktionary: rond


Cross Translation:
FromToVia
rond om; runt about — around
rond runt about — on all sides
rond runt about — in circuit
rond kring around — defining a circle or closed curve containing
rond rund round — circular or cylindrical
rond rund round — spherical
rond avrundad; rund round — of a number that has been rounded off

ronden:

ronden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de ronden
    runda
    • runda [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ronden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
runda ronden beurt; rondje; spelletje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
runda bol; bolstaand; verloop

Verwante vertalingen van rond