Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ruïneren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruïneren (Nederlands) in het Zweeds

ruïneren:

ruïneren werkwoord (ruïneer, ruïneert, ruïneerde, ruïneerden, geruïneerd)

  1. ruïneren (in de war sturen; bederven; verzieken; nekken)
    trassla; ställa till; misslyckas
    • trassla werkwoord (trasslar, trasslade, trasslat)
    • ställa till werkwoord (ställer till, ställde till, ställt till)
    • misslyckas werkwoord (misslyckar, misslyckade, misslyckat)

Conjugations for ruïneren:

o.t.t.
  1. ruïneer
  2. ruïneert
  3. ruïneert
  4. ruïneren
  5. ruïneren
  6. ruïneren
o.v.t.
  1. ruïneerde
  2. ruïneerde
  3. ruïneerde
  4. ruïneerden
  5. ruïneerden
  6. ruïneerden
v.t.t.
  1. ben geruïneerd
  2. bent geruïneerd
  3. is geruïneerd
  4. zijn geruïneerd
  5. zijn geruïneerd
  6. zijn geruïneerd
v.v.t.
  1. was geruïneerd
  2. was geruïneerd
  3. was geruïneerd
  4. waren geruïneerd
  5. waren geruïneerd
  6. waren geruïneerd
o.t.t.t.
  1. zal ruïneren
  2. zult ruïneren
  3. zal ruïneren
  4. zullen ruïneren
  5. zullen ruïneren
  6. zullen ruïneren
o.v.t.t.
  1. zou ruïneren
  2. zou ruïneren
  3. zou ruïneren
  4. zouden ruïneren
  5. zouden ruïneren
  6. zouden ruïneren
en verder
  1. heb geruïneerd
  2. hebt geruïneerd
  3. heeft geruïneerd
  4. hebben geruïneerd
  5. hebben geruïneerd
  6. hebben geruïneerd
diversen
  1. ruïneer!
  2. ruïneert!
  3. geruïneerd
  4. ruïnerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ruïneren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misslyckas bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; klungelen; klunzen; knoeien; misgaan; mislopen; mislukken; prutsen; stranden; stuntelen; te kort schieten; tegenvallen; verkeerd lopen
ställa till bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken
trassla bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken

Wiktionary: ruïneren

ruïneren
verb
  1. helemaal kapotmaken

Cross Translation:
FromToVia
ruïneren ödelägga; ruinera ruin — to cause the ruin of
ruïneren förnedra; förödmjuka abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
ruïneren ruinera; förinta; förstöra ravagerfaire du ravage.