Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schriel (Nederlands) in het Zweeds

schriel:

schriel bijvoeglijk naamwoord

  1. schriel (droog; schraal)
    skadat av torka; torrt; torr; uttorkat; förtorkad; förtorkat
  2. schriel (geen vet op de botten hebbende; mager; dun; schraal; iel)
    utmärglad; mager; tunt; magert; skinntorrt; utmärglat

Vertaal Matrix voor schriel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtorkad droog; schraal; schriel
förtorkat droog; schraal; schriel
mager dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel halfvet; laagcalorisch; mager; vellerig; vetarm
magert dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel halfvet; laagcalorisch; mager; spichtig; sprieterig; tenger; vellerig; vetarm
skadat av torka droog; schraal; schriel
skinntorrt dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
torr droog; schraal; schriel droge; leukweg; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
torrt droog; schraal; schriel bar; droge; droogjes; leukweg; muf; onbegroeid; oubakken; oud; oudbakken; plat; regenarm; verschaald
tunt dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel dun; ijl; van geringe dichtheid
utmärglad dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel ingevallen
utmärglat dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel vermagerd
uttorkat droog; schraal; schriel regenarm

Verwante woorden van "schriel":


Wiktionary: schriel


Cross Translation:
FromToVia
schriel otillräcklig; odudlig insuffisant — Qui ne suffire pas.
schriel rar; sällsam; sällspord; sällsynt rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement.