Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. snoet:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snoet (Nederlands) in het Zweeds

snoet:

snoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snoet (tronie; porum; smoel; )
    nylle; fejs
    • nylle [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fejs [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snoet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fejs bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie
nylle bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie

Verwante woorden van "snoet":

  • snoeten, snoetje, snoetjes