Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toegangsbewijs:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toegangsbewijs (Nederlands) in het Zweeds

toegangsbewijs:

toegangsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het toegangsbewijs (ticket; plaatsbewijs; kaart; entreebiljet; kaartje)
    biljett; tillstånd; inträdesbiljett; inträdestillstånd; pass

Vertaal Matrix voor toegangsbewijs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
biljett entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs plaatsbewijs; reisbiljet; ritprijs; tramkaartje
inträdesbiljett entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
inträdestillstånd entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
pass entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs identiteitsbewijs; pas; pasje; pasjes; paspoort; reispas
tillstånd entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs akkoord; conditie; geleidebiljet; gesteldheden; goedkeuring; instemming; sanctie; staat; status; toestand; toestanden; vergunning

Verwante woorden van "toegangsbewijs":

  • toegangsbewijzen

Verwante vertalingen van toegangsbewijs