Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toevoeging:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toevoeging (Nederlands) in het Zweeds

toevoeging:

toevoeging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de toevoeging (addendum; appendix; aanvulling; )
    tillägg
  2. de toevoeging (bijvoeging; bijmenging)
    tillägning; addition
  3. de toevoeging (uitbreiding; toevoegsel)
    mera; tilläggning
  4. de toevoeging (bijvoegsel)
    tillägg; tillfogning; tillsats

Vertaal Matrix voor toevoeging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addition bijmenging; bijvoeging; toevoeging aanbouw; bijtelling; uitbouw
mera toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
tillfogning bijvoegsel; toevoeging
tillsats bijvoegsel; toevoeging aangroeiing; aanwas; vermeerdering
tillägg aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanbouw; aanhangsels; aanvullen; aanvullende voorstellen; aanvulling; addenda; amendementen; bijtelling; bijvoegsels; diverse toeslagen; invoegtoepassing; inzetstuk; optelling; samentelling; som; supplement; supplementen; suppletie; tegemoetkomingen; toelages; toeleggingen; toeslag; toevoegingen; toevoegsels; uitbouw
tilläggning toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
tillägning bijmenging; bijvoeging; toevoeging
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillägg extra; toegevoegd

Verwante woorden van "toevoeging":


Wiktionary: toevoeging


Cross Translation:
FromToVia
toevoeging addition AdditionMathematik: Zusammenzählung zweier Zahlen
toevoeging bihang appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.

Verwante vertalingen van toevoeging